Kabinet Pepijn Verheyen

Laurence Machiels: een nieuw moestuinverhaal !

Een nieuw moestuinverhaal, met een dame in de hoofdrol!

Maart was ooit de eerste maand van het jaar en is van oudsher het begin van een nieuw tuinseizoen. Als tuin- en landschapsarchitect krijg ik, gezien het huidige belang van moestuinieren, gedurende deze periode dan ook telkens opnieuw de vraag wat nu eigenlijk de beste formule voor de ‘ideale moestuin’ is.

Een antwoord hierop vinden we mogelijk in het nieuwe moestuinprogramma “De Vierkante Meter” dat vanaf vrijdag 6 maart te zien zal zijn op Libelle tv. Meteen ook een primeur daar het gepresenteerd zal worden door een vrouw met groene vingers.

De naam Laurence Machiels (link: www.laurencemachiels.be) doet misschien niet bij iedereen direct een belletje rinkelen maar de boeken die ze schreef voor tv persoonlijkheden zoals Wim Lybaert en Bartel Van Riet klinken waarschijnlijk bij velen onder ons wel bekend in de oren.

Laurence zal als een soort van coach gedurende een gans seizoen enkele families volgen in hun eigen moestuinverhaal. Meer dan interessant genoeg om mijn oor eens te luisteren te leggen bij de moestuincoach in kwestie.

 

 

 

 

Pepijn: Kan je jezelf even voorstellen aan de lezer? Wie ben je en wat doe je ?
Laurence: Ik ben nu ruim 11 jaar aan de slag als voltijds freelance groenjournalist. Ik schrijf elke zaterdag de groenpagina van Het Laatste Nieuws, werk voor tal van bladen zoals Libelle, ik heb een vaste column in TuinSeizoen en VAB-Magazine, en ben nu aan mijn achtste tuinboek bezig. Ik heb bewust voor een baan gekozen waar ik mijn passies in kwijt kon: schrijven en tuinieren, met planten en met de natuur bezig zijn. Dit is voor mij dan ook de allermooiste job die ik me maar kan indenken.

Tuinieren is mijn grootste ontspanning – van een paar uur wieden word ik helemaal zen. Gelukkig heb ik een grote tuin waar ik me helemaal in kan uitleven: 5.000 m², al moet ik bekennen dat daar ook weiden en een boomgaard in zitten. Maar ook dat hoort voor mij bij groen; die verbondenheid met de natuur en het landschap vind ik superbelangrijk.

Mijn tuin is biologisch, en ik probeer hem zo diervriendelijk mogelijk te houden. Er lopen het jaar rond een hele familie Chabo-kippen in de tuin. Ze pikken onkruidzaadjes, slakjes, rupsen, tot de bladluizen op de buxus toe. Zelfs al zou ik maar een heel kleine tuin hebben, dan zou er sowieso een kip in moeten lopen, en wat groenten moeten groeien; de moestuin is mijn favoriete plek in de tuin.

Pepijn: Waarover gaat het programma?
Laurence: Moestuinieren in bakken is een echte hype. En begrijpelijk, want je hebt er niet veel plaats voor nodig, het lukt met een kwartiertje werk per week en je haalt er best veel opbrengst uit. Libelle tv wou met De Vierkante Meter bij die trend aanknopen.

In het programma begeleid ik 3 gezinnen die starten met een vierkante meter moestuinbak. Ik zet hen op weg, coach hen en sta hen bij met raad en daad. Met de meer gevorderde deelneemster probeer ik allerlei bijzondere groenten uit, zoals wasabi, prinsessenknol en slangenradijs, bij het beginnende gezin hebben we vooral rond de basics gewerkt: zaaien, planten, oogsten. Eén bak werd door 2 zusjes beheerd, daar hebben we de groenten meer op kindermaat gekozen, met extra aandacht voor de natuur.

Pepijn: Is het aanleggen van een moestuin gemakkelijk? 
Laurence: Gemakkelijk zou ik het niet meteen noemen, maar wel laagdrempelig. Je kunt het eerste jaar intuïtief starten, maar ik pleit er toch voor om eerst een goed basis moestuinboek te lezen, zodat je niet nodeloos gefrustreerd geraakt van beginnersfouten.

Daarom heb ik ook samen met Wim Lybaert Mijn Moestuin geschreven: om beginners maand na maand op weg te helpen met hun moestuin. Het is echt wel nuttig om op voorhand te weten dat je prinsessenboontjes en basilicum pas na 15 mei in de tuin mag planten, of dat tomatenplanten een dak boven hun hoofd moeten hebben, wil je succesvol tomaten oogsten. Eens je die basiskennis hebt, ben je vertrokken.

Pepijn: Is er een moestuinwaarheid of bron van kennis?
Laurence: Ik heb zelf veel gewoon uitgeprobeerd, met de nodige mislukkingen, maar zo leer je wel het snelst.

Pepijn: Wat is volgens jou de meerwaarde van een moestuin?
Laurence: Los van de opbrengst, leer je vooral immens veel respect voor voedsel krijgen. Het is maar als je zelf eens wortelen hebt gekweekt, of een appelboom in de tuin hebt, dat je beseft hoe ongelooflijk moeilijk het is om een perfecte, rechte wortel of een egale appel te kweken. En dat zo’n immense knolselder zoals je hem in de winkelrekken vindt, eigenlijk totaal onnatuurlijk is. Ik heb een afkeer van grote en volmaakte groenten gekregen. Doe mij maar een sla met een slak op.

Door te moestuinieren krijg je ook meer respect voor de natuur en begrijp je beter in wat voor een ingenieus ecosysteem we leven. Ik let ook heel bewust op de ogenschijnlijk onbeduidende dingen in mijn tuin: de hommels en vlinders op de bloemen, de koolmezen die de rupsen van de kolen pikken, de pad die zich tussen de sla verstopt, op zoek naar slakjes…. het is allemaal zo goed geregeld!

Al jaren overwinteren er twee egels in mijn tuin; dat geeft me zo’n goed gevoel. Mij zul je niet gauw een dier zien doodmaken; ik kan zelfs niet boos zijn op de vos die vorige lente een deel van m’n kippen heeft verslonden.

Pepijn: Welke planten mogen zeker niet ontbreken in de moestuin? 
Laurence: Bloemen. Een moestuin is immers zoveel meer dan een productie-eenheid. Ik heb elk jaar dropplanten (Agastache), goudsbloemen, stinkertjes, reukerwtjes en steentijm (Calamintha) tussen de groenten staan.

Kruiden mogen zich bij mij ook uitzaaien: landkers en koriander groeien kriskras in m’n moestuin. Ik zaai en plant veel soorten sla, rode bietjes en Chioggia-bietjes, warmoes, pastinaak… en elk jaar probeer ik wat nieuws. Vorige zomer was ik in de wolken van aspergebroccoli. En mijn serre staat vol Coeur de Boeuf en de kerstomaatjes Black Cherry. Sinds ik met Wim Lybaert samenwerk, kweek ik ook pepers; hij is zelf een enorme fan van hete pepers.

Pepijn: Als journaliste schreef je al vaak over tuin- en moestuin, werkte je samen met bekenden zoals Wim, Bartel,… nu sta je zelf voor de camera. Hoe sta je daar tegenover?  
Laurence: Door het programma persoonlijk te maken, voel ik me erg betrokken en gemotiveerd. Zo heb ik bewust een groot deel van de jonge plantjes zelf opgekweekt, in mijn serre, breng ik m’n eigen biologische zaden mee, … het voelt alsof ik in mijn eigen tuin sta te tuinieren. Ook de rol van coach vind ik heel leuk: andere gezinnen motiveren om te planten en te zaaien, de kinderen er bij betrekken…. en ondertussen zelf met de handen in de aarde wroeten….

Ik heb gewoon niet het gevoel dat we een programma draaien, het voelt meer aan als een paar uurtjes gezellig tuinieren. Het zit gewoon in mij om mensen te enthousiasmeren; daarom schrijf ik ook zo graag, om die boodschap telkens weer over te brengen. Ik hoop echt dat er een pak mensen aan het moestuinieren zullen slaan, met dit programma. Ook wie maar een balkon of terras heeft, kan meedoen: één vierkante meter is genoeg.

Pepijn: Vanwaar de passie voor de moestuin? 
Laurence: Het is er een beetje ingelepeld, denk ik. Mijn moeder heeft heel groene vingers; in haar tuinen bloeien zeldzame en ook een pak delicate planten, en ze maakt de mooiste bloemstukken. Mijn vader is een grote natuurliefhebber; elke dag moet hij naar buiten, in weer en wind. Als kind hielp ik al mee in de moestuin van mijn ouders, al was dat toen toch veeleer een verplichting.

Ik herinner me ook nog levendig de moestuin van mijn opa. Toen ik elf was, zaaide ik al stiekem radijsjes in de tuin van de school. Vanaf m’n 18de ben ik kruiden beginnen kweken; ik had uiteindelijk zelfs een klein handeltje, waarmee ik elke week op een lokale boerenmarkt stond.

Pepijn: Is een moestuin een dure zaak? 
Laurence: Je maakt hem zo duur of goedkoop als je wilt. Je hebt prachtige moestuinbakken van 2.000 euro, maar je kunt net zo goed zelf iets in elkaar timmeren met afvalhout uit je tuinhok. In een moestuinbak kruipt wel redelijk wat potgrond en bodemverbeteraar – reken op 300 à 400 liter – maar je spaart wel uit op tuinmateriaal: je hebt enkel een schopje en een gieter nodig.

Voor een echte moestuin moet je investeren in materiaal: een schoffel, een hark, een woelvork, touw, plantenetiketten…. En je hebt natuurlijk zaad nodig, om mee te starten, maar daar doe je al gauw een paar jaar mee. En op termijn kun je zelf zaad oogsten, of ruilen. Compost maak je zelf, dus die is per definitie gratis, en ook mest kun je maken, met brandnetels.

Pepijn: Zijn er dingen die echt belangrijk zijn om te weten wanneer we starten met een moestuin.

Laurence: Zorg dat je moestuin 8 uur zon krijgt. Begin klein, tot je het in de vingers hebt; uitbreiden kan altijd nog. Zorg dat je moestuin(bak) vlakbij het terras ligt: je zult veel vlugger langsgaan om te wieden, te begieten, te oogsten en bij te zaaien en te planten, als je groenten in het zicht staan.

Gebruik alleen bioproducten in je moestuin, en word lid van Velt; daar leer je echt ontzettend veel, en je kunt er ook geweldige biozaden bestellen. En kijk naar mijn programma, natuurlijk! Dan kan het gewoon niet mis gaan.

Pepijn: Wanneer start het programma en op welk tijdstip wordt het uitgezonden? 
Laurence: We starten met de vierkante meter op vrijdag 6 maart, om 18u15, op Libelle tv (link http://www.libelle.be/tv), maar het programma wordt in de loop van de week ook regelmatig herhaald; je kunt het dus niet missen.

Door tuin- en landschapsarchitect Pepijn Verheyen

HOME kabinet pepijn verheyen / pepijn verheyen © 2015