Gulden regels bij het oogsten:

• Oogst fruit op het juiste moment! Dit is afhankelijk van de vruchtensoort en het doel dat je met de vruchten voor ogen hebt. Fruit dat men wil bewaren kan men best niet te rijp plukken. Fruit dat men onmiddellijk wil consumeren daarentegen wel. Een appel of peer is rijp als het steeltje met een draaiende of opwaartse beweging gemakkelijk loslaat van de tak en er al wat rijpe exemplaren onder de boom liggen. Rijpe vruchten zijn ook zachter en zoeter en hebben meestal een donkerdere pit.
• Pluk fruit altijd zeer voorzichtig om beschadiging te voorkomen. Zorg dat je appels en peren altijd met het steeltje plukt. Het steeltje beschermt de vrucht tegen aantastingen en uitdroging. Trek het fruit niet van de boom en zorg dat je nagels kort zijn. De druk van je vingers zou het fruit kunnen kneuzen en het steeltje kan afbreken.
• Leg de ‘vangst’ zachtjes neer in een schoon, laag houten bakje of een rietenmandje bekleed met een schone doek. Gooi het fruit er niet in of laat de vruchten er niet met meerderen tegelijk bruusk inrollen.
• Doe niet te veel in je bakjes. Zeker niet wanneer je van plan bent de bakjes te stapelen.
• Hou afgevallen, beschadigde, overrijpe exemplaren steeds apart!
• Gebruik bij het plukken een oogstemmer of oogstzak en hou slechts één vrucht per keer in je hand.
• Pluk op een droge dag als het fruit droog is en laat vruchten eerst afkoelen voor je ze opslaat.
• Pluk enkel vruchten die binnen handbereik zijn. Anders ga je al snel aan het fruit trekken, je lichaam geweld aan doen, onveilig werken,…

Tips bij het bewaren:

Niet alle fruit of alle fruitrassen zijn geschikt om te bewaren. Zo zijn de zomer en herfstrassen van appelen en peren algemeen minder lang houdbaar dan winter- of speciale bewaarrassen. Wist je overigens dat appels met een rode blos , appels van een laagstam en deze geteeld op een zandgrond niet zo lang bewaren als appels zonder blos afkomstig van een hoog- of halfstam die groeit op een klei of leemgrond. Dat de bewaartijd langer is heeft wellicht te maken met het pectine gehalte dat net zoals de voedingswaarde bij een hoogstamappel hoger is. Let er verder zeker op dat je beschadigd en overrijp of te onrijp fruit niet bewaart maar onmiddellijk opeet of verwerkt.

Er bestaan heel wat verschillende manieren om langer van je fruit te genieten. Een veel gekende manier is het opslaan van je fruit in schone, lage dozen of houten kistjes bekleed met golfkarton of houtsnippers. Zorg dat het fruit los van elkaar ligt, schoon is maar niet gewassen wordt.

Bewaar fruit altijd op een koele, donkere plek. Een goed verluchte kelder is hiervan een goed voorbeeld. Appels bijvoorbeeld hebben ook een voldoende hoge luchtvochtigheid nodig. Om de luchtvochtigheid te verhogen kan je potjes met water in de buurt van de appels zetten. Controleer wekelijks je voorraad fruit en verwijder onmiddellijk rotte exemplaren. Verder zal fruit dat samen met groenten en aardappelen bewaard wordt meer kans hebben om te bederven.

Een andere manier om gedurende de wintermaanden van de vitamines van je fruit te kunnen profiteren is het te drogen. Vroeger gebeurde dit boven de Leuvens stoof. Tegenwoordig veeleer in de oven of een speciaal daarvoor bestemd droogkacheltje.

Gedroogd fruit zoals appels, peren en pruimen bewaar je bij voorkeur in een glazen pot of lege koekjestrommel. Leg er eerst een papiertje in en sluit niet luchtdicht af want bij een te hoge vochtigheid is schimmelvorming niet uitgesloten. Een bruinpapieren zakje dat men kan decoreren naar eigen smaak biedt hiervoor een uitkomst.

Inmaken, steriliseren of invriezen zijn alternatieven om je oogst niet verloren te laten gaan. Je kan het fruit natuurlijk ook verwerken tot bijvoorbeeld confituur, moes, vruchtensiroop of sap. Voor het persen van sap zijn er bedrijven waar je met je oogst terecht kan. Zij persen dan tegen betaling sap van eigen appelen, peren,…. Hou er wel rekening mee dat de meesten onder hen eisen dat je een minimum aantal kilo’s vruchten laat persen. Sinds enkele jaren rijdt er een sapmobiel door het land die verschillende gemeentes aandoet. Ter plaatse wordt daar dan jouw fruit omgetoverd tot sap.

Tot slot is er nog de aloude methode van het inkuilen. Hiervoor komt er een laag van bijvoorbeeld appels op een laag stro met daarop vervolgens weer een laag stro die men afdekt met zand. Bij het maken van de hoop steek je bij elke lopende meter een paal in de grond. Deze verwijder je als de hoop klaar is. In de lege gaten stop je takjes om ervoor te zorgen dat de hoop binnenin nog wat kan ‘ademen’. Bij vorst vervang je de takjes door een prop krantenpapier. ‘Open’ de hoop maximaal één keer per maand en leg de maandvoorraad in een kistje op een donkere, koele, goed geventileerde plaats met een voldoende hoge luchtvochtigheidsgraad.

Weetje:

Wist je dat onbespoten fruit uit eigen tuin vaak veel gezonder en voedzamer is dan fruit uit de supermarkt! De meest verkochte soorten zoals bijvoorbeeld Jonagold bevatten veel minder voedingsstoffen dan bepaalde soorten uit de tuin. In de winkel gaat trouwens een groot deel van de geur en dus ook de smaak verloren.

pepijn verheyen © 2015

HOME kabinet pepijn verheyen pepijn verheyen © 2015 / tuinlabo

fruit oogsten / fruit oogsten / fruit oogsten / fruit oogsten / fruit oogsten /fruit oogsten /  fruit oogsten / fruit oogsten /fruit oogsten /