Kabinet Pepijn Verheyen

ontwerp en visie van de landschapsarchitect

Ontwerp en visie van de landschapsarchitect

Voor we starten met ontwerpen zijn er bepaalde regels die we in acht kunnen nemen.

  • We trachten te weten met welke ‘inhoud’ we, bij voorkeur, rekening houden. Deze inhoud is afhankelijk van de voorkeur van de doelgroep.
  • We observeren hoe de doelgroep zich gedraagt. Op het terrein van de opdracht maar ook daarnaast.
  • We vragen de doelgroep welke gevoelens gekoppeld zijn aan de geobserveerde gedragingen. Of ze binnen de doelgroep als positief of als negatief ervaren worden.
  • We maken een analyse van de verkregen informatie i.r.t. bestaande conclusies en methodieken en kijken hoe we, indien gewenst, kunnen bijsturen.
  • We wegen de belangen, die spelen binnen de doelgroep, af en toetsen ze onderling. Welke subgroep is meer of minder relevant. Uiteraard zien we daar onmiddellijk grote verschillen tussen private en openbare opdrachten.

Methodiek

Of een omgeving bij mensen aversie of aantrekkingskracht oproept is afhankelijk van of kan gekoppeld worden aan o.a. volgende factoren:

Evolutionaire voorkeuren – persoonlijke voorkeuren (oorsprong van voorkeur)

  • evolutionaire of algemene voorkeuren
    individuele of persoonlijke voorkeuren

Selectiegroep versus doelgroep

  • Wat is de doelgroep? Hoe bepaal ik deze? Hoe is deze geconditioneerd?
    Wat is de selectiegroep? Hoe bepaal ik deze? Welke doelstellingen beoogt de selectiegroep?
    Waaruit bestaat ‘mijn’ (de ontwerper) selectiegroep (primaire, secundaire en tertiaire gebruikers)

Wat is het onderwerp van de opdracht?

  • Wensen, noden, richtlijnen van de opdrachtgever (selectiegroep).
    Vormgeven van het onderwerp.

Algemene ontwerpprincipes interessant voor het ganse veld (alle mogelijke doelgroepen)

Deze zijn niet of nauwelijks persoonsgebonden.
Statische principes:

  • Gelaagdheid = Gevoelsmatige begrenzing van de ruimte, diepte.
  • Structuur= Opbouw en verdeling van de ruimte.
  • Ruimte en subruimte= De wiskundig gecompartimenteerde zones (xyz) die al dan niet matig werden begrensd.
  • Raster / geometrie= verhoudingen zoals de gulden snede, Fibonacci,…

Niet statische principes:

  • Traject= Beweging van een bewuste entiteit binnen het ontwerp. Het pad gevolgd door de entiteit.
  • Relatie tot de ingrediënten (planten, meubilair, verlichting…)
  • Hoe verhoudt de doelgroep zich tot de elementen/ingrediënten.

Specifieke ontwerpprincipes interessant voor de individuele gebruiker

  • Deze zijn wel persoonsgebonden, individueel verschillend, kenmerkend voor het individu.
    Deze principes zijn niet statisch en kunnen dus niet ruimtelijk worden weergegeven, ze staan i.r.t. de persoonsgebonden definitie van een zeker ‘begrip/sjabloon’. Hierbij kan de basis van de vorm verkregen bij het ontstaan het ‘begrip/sjabloon ‘ een statische oorsprong hebben. sjabloon
  • Perceptie: Altijd anders, veranderlijk, bepaald door herinnering, associatie, ouderdom,….
    Interactie: Interactie van de gebruiker(s) met het ontwerp?
    Gedragslijnen of code: Welke code hanteert de gebruiker. Gedragingen van de gebruiker i.r.t. zichzelf, anderen en het ontwerp (afhankelijk van opvoeding, cultuur,… )
    De vertaling (begrip): Welk beeld, sjabloon heeft men van bepaalde onderdelen?

HOME kabinet pepijn verheyen / pepijn verheyen © 2015

ontwerp voor de tuin / ontwerp van het landschap / ontwerp van de moestuin / ontwerp van de omgeving

ontwerp-design-concept

ontwerp