Kabinet Pepijn Verheyen

eetbare tuin: manual voor ‘groentjes’

De eetbare tuin. Manual voor ‘groentjes’

Nog een ‘groentje’ wat betreft moestuinieren? Geen paniek volg gewoon dit simpele stappenplan voor dummies en je bent niet meer van een ervaren tuinier te onderscheiden.

Om een eigen minimoestuin aan te leggen hoef je geen ‘echte’ groene vingers te hebben of over veel plaats en of tijd te beschikken. Een oude zandbak, een verwaarloosd stukje border, een balkon of terras en een kwartiertje per week moeten in principe al volstaan.

Ook het aanleggen van een minimoestuin in pot of bak is eigenlijk relatief eenvoudig: je koopt (of maakt een bak), vult die met een goede mix van aarde, plant je favoriete groenten, bloemen, kruiden of fruit, oefent wat geduld uit en geniet van de oogst.

Eetbare tuin

Het gehele proces om te komen tot een eetbare tuin vind je, onderverdeeld in stappen, in deze rubriek terug.

stap 1

Denk na over wat je juist wilt en maak een plan

Welke gewassen zou je graag zelf telen in je eetbare tuin, moes- of groentetuin en hoeveel zou je ervan willen oogsten? Hoeveel personen wil je met jouw eetbare tuin/moestuin bevoorraden? Wil je alle groenten uit eigen tuin of zie je het meer als iets kleinschaligs? Wanneer je hier meer zicht op hebt kun je gaan berekenen hoeveel plaats, bakken en potten je nodig hebt. Verder begin je best eenvoudig en kleinschalig met een eetbare tuin want dan is de kans op succes en voldoening het grootst.

stap 2

Ga na of je voldoende ruimte hebt en zoek de meest geschikte plek

Maak een schets op papier en controleer zo of je voldoende ruimte hebt voor het benodigde aantal bakken voor je eetbare tuin. Een minimoestuin in bakken behelst bijvoorbeeld meestal een kleinere oppervlakte dan een klassieke moestuin. Je hoeft hem dus niet te voorzien ergens in een hoekje achteraan waar hij al snel vergeten wordt en overwoekert met onkruiden. Een plekje dicht bij het huis of het terras is ideaal. Zo staan je groenten en kruiden, in je eetbare tuin, binnen handbereik als je ze nodig hebt in de keuken. Op die manier ga je ze gemakkelijker onderhouden en vergeet je ze ook niet te oogsten .

Zet je bakken op een beschutte plek waar je er langs alle kanten gemakkelijk bij kunt (zeker voor kinderen) en zorg ervoor dat er minstens 6 uur per dag zon komt. Wil je hoge gewassen kweken kijk dan of er een achterwand kan zijn of maak een constructie waar je de planten aan vastmaakt. Je bakken moeten van alle kanten makkelijk te bereiken zijn van buitenaf.

Ga na of de uitgekozen plek niet te nat is en oriënteer je eetbare tuin of minimoestuin op de noord-zuidas.

stap 3

Koop of maak je eigen moestuinbak(ken)

Wanneer je van plan bent een moestuinbak aan te kopen let er dan op dat hij voldoende stevig is en beschikt over een goede afwatering en onderverdeling. Je kunt naar eigen smaak en budget een bak aanschaffen in metaal, plastiek, hout of gevlochten takken. Heb je last van je rug dan opteer je bijvoorbeeld voor een bak op tafelhoogte.

Een moestuinbak van 1,2m op 1,2m geeft proefondervindelijk het beste resultaat. Zo’n bak is net iets groter dan een standaard vierkantemetertuin van 1m op 1m. Net meer ruimte hebben maakt het mogelijk om er je alledaagse keukenkruiden en speciale groenten of bijvoorbeeld trostomaatjes in te kweken. Maak je zelf een bak kies dan voor stevig, liefst gerecycleerd, hout dat niet met allerhande producten in aanraking kwam. Grenen- of vurenhout is niet echt duurzaam en gaat meestal maar enkele seizoenen mee. Tropisch hardhout en zelfs bepaalde Europese houtsoorten kunnen giftige sappen, harsen bevatten. Vooral planken die werden behandeld met fungiciden (schimmeldodend), verf en zouten worden best niet gebruikt.

Wil je zelf de handen uit de mouwen steken en een bak in elkaar te timmeren dan is dit bijvoorbeeld eenvoudig mogelijk op de volgende manier:

  • Neem 8 tuinplanken van ca. 1,2m lang en de gewenste breedte.
  • Denk er aan dat wanneer je zou kiezen voor een buitenmaat van 1,2m je rekening dient te houden met de dikte van de planken die je gebruikt.
  • Maak met behulp van spijkers, schroeven en eventueel hoekijzers of balkjes een vierkante bak (2 planken boven elkaar) van minimaal 20 cm hoog.
  • Verdeel de bak nu in kleinere vakjes (om verschillende soorten gewassen in te kweken). De meest ideale opdeling is er één in 9 tot maximaal 16 delen.
  • Het hangt er natuurlijk vanaf wat je juist wilt kweken.
  • Opteer je voor groenten dan zijn grotere vakken noodzakelijk. Kruiden hebben meestal minder plaats nodig.
  • Je kunt met behulp van latjes of touwtjes gecombineerd met spijkers de bak onderverdelen in vakken van ca. 30×30 cm (16 vakken) of ca. 40×40 cm (9 vakken).

stap 4

Plaats en vul de bakken met de juiste grond

Plaats de bak op een bestaand vlak stuk grond, tegels,… en bekleedt de bak aan de binnenzijde met plastiek of worteldoek (een stuk van 2x2m is normaal voldoende).

Zorg dat er in het doek gaatjes zijn om het overtollige water weg te laten lopen.

Vul de bak met grond. Je gebruikt hiervoor best geen gewone tuingrond maar een speciaal mengsel. Een luchtige mix van bijvoorbeeld tuinaarde, compost en scherp zand biedt voor vele gewassen de ideale omstandigheden. De bak vullen met gewone universele potgrond is eveneens een optie en bovendien gemakkelijk uitvoerbaar. Besef in dat geval wel dat de ontginning van veen, dat een belangrijk bestanddeel is van potgrond, ecologisch minder verantwoord is. Veen wordt meestal industrieel ontgonnen wat leidt tot een extra belasting van ons milieu. Een volwaardig alternatief voor veen zijn de kokosvezels die tegenwoordig worden verkocht bij diverse tuincentra zoals Aveve. Of deze, vanuit ecologisch standpunt, minder of meer ideaal zijn is echter nog onduidelijk. Er zijn namelijk twee grote nadelen verbonden aan de Kokosproductie. Ten eerste wordt er tropisch regenwoud voor gekapt en ten tweede is het product niet steeds vrij van chemicaliën.

stap 5

Kies je plantgoed uit en zaai en beplant je bak(ken)

Wat kun je best kweken? Begin bescheiden met gemakkelijke soorten dan is de kans op snelle en positieve resultaten, in je eetbare tuin, het grootst. Hou ook rekening met de beperkingen van een bak. Zo kun je bijvoorbeeld in een bak van 20cm diep geen diepwortelende gewassen verbouwen. Enkele gewassen die het meestal goed doen zijn groenten zoals; sla, tuinkers, tomaat, wortel, bonen, spinazie, ui, radijs en rode biet, kruiden zoals; bieslook, tijm, rozemarijn en oregano, bloemen zoals; cosmos, lathyrus en goudsbloem. Helpen je kinderen mee plant dan zeker ook wat snelgroeiende soorten zoals tuinkers, sla en radijsjes.

Kies in elk geval groenten die je lekker vindt, snel groeien en weinig last hebben van ziektes.

Wil je graag dat het snel gaat opteer dan voor plantgoed in plaats van voor zaad. Hou er wel rekening mee dat je plantjes mogelijk werden behandeld met chemicaliën.

Ga je toch voor zaad, zaai dan met behulp van een zaaischema (hierdoor weet je wat waar moet komen en wat dus onkruid is waardoor het onderhoud gemakkelijker wordt) en zaai het juiste aantal gewenste zaden (gebruik de zaden zuinig dan is uitdunnen ook niet nodig) in vierkantjes in plaats van in rijen. Hou rekening met de juiste afstand tussen de plantjes. Hoer groter ze worden hoe meer plaats je er aanvankelijk tussen moet laten. Meestal staat de juiste afstand achteraan op het zakje van het zaad. Je kunt het zaad bovendien eerst binnen of achter glas voorzaaien en vervolgens de jonge plantjes zelf uitplanten in je moestuinbak.

Denk na of er planten zijn die een ‘klimrekje’ of steun nodig hebben. Tomaten en bonen bijvoorbeeld groeien het best langs een verticaal klimrek en nemen zo veel minder plaats in beslag. Plant deze hoger wordende gewassen aan de noordkant van de bak. Zo voorkom je dat ze hun schaduw werpen op de rest van het plantgoed.

Plant niet in alle vakken hetzelfde. Wanneer je afwisselt in je eetbare tuin zorg je voor meer variatie op je bord, wordt de oogst niet op één tijdstip te groot en is de kans op ziektes en plagen kleiner.

stap 6

Verzorg je plantjes en oefen wat geduld uit

Loop niet in je minimoestuin (dit is normaal niet nodig want je kunt er langs alle kanten aan) en hark regelmatig. Want hoe losser en luchtiger de grond is hoe beter de planten zullen groeien tot de grond zich sluit.

Zorg er verder voor dat je plantjes voldoende water te drinken krijgen (niet te weinig maar zeker ook niet te veel). Een moestuin of eetbare tuin in een bak of pot heeft immers meer water nodig dan een klassieke moestuin in de volle grond. Gebruik als het enigszins kan geen al te koud water of kraantjeswater. Regenwater is nog altijd het beste.

Durf daarenboven het teveel aan opschietende plantjes tijdig uit te dunnen. Zo bekom je later vollere en betere groenten of vruchten.

Maak onmiddellijk komaf met opschietend onkruid en verwijder zo snel je kunt ongedierte en aangetaste planten.

stap 7

Geniet van je eigen oogst en beplant indien mogelijk opnieuw

Oogst tijdig en beplant het vrijgekomen vak indien het nog mogelijk is opnieuw. Planten laten afsterven in je eetbare tuin is enkel een goed idee als je hierin een meerwaarde ziet en je hiermee geen plaagdieren lokt.

Is de oogst wat te groot? Wees dan creatief en doe bijvoorbeeld wat cadeau aan je vrienden, familie of buren. En anders vries je een voorraadje in voor de komende winter, verras je jouw bezoek met lekkere home made confituur,….

HOME kabinet pepijn verheyen / pepijn verheyen © 2015 / eetbare tuin / de voordelen van een eetbare tuin / de eetbare tuin is stappen

eetbare-tuin-om-te-eten

eetbare tuin